30 september 2010
Bijdrage SGP in "Het Debat" van 30 september 2010 over het 'Collegeprogramma 2010-2014'.
Meneer de voorzitter,
Het Collegeprogramma is een uitvloeisel van het coalitieprogramma, dat op 27 april door de fracties van ChristenUnie, SGP, PvdA en CDA werd ondertekend. De tweede maal in de geschiedenis van onze gemeente dat er een officieel coalitieakkoord tot stand kwam. Wij zijn als SGP uiteraard zeer content met het feit dat we opnieuw onze handtekening konden zetten onder een ons inziens alleszins verantwoord coalitieprogramma en dat we vanavond over het daarop gebaseerde collegeprogramma kunnen spreken.
Je bent dan vanzelf heel benieuwd hoe het coalitieprogramma door het college van b&w in een collegeprogramma wordt uitgewerkt. Het moet gezegd worden, er is werk van gemaakt. Het is een lijvig document geworden, waarin alle ambities van een tiental programma’s uit het coalitieakkoord zijn vertaald in één of zelfs vaak meerdere concrete actiepunten. Het is een duidelijke leidraad geworden voor college en gemeenteraad, maar ook voor het ambtelijke apparaat.
In het Voorwoord van het coalitieprogramma werd duidelijk gemaakt dat de gevolgen van de financiële en economische crisis en de bezuinigingen van de rijksoverheid een zware wissel trekken op de in het programma genoemde ambities. In het voorjaar van 2010 werd in het coalitieakkoord ook al onderkend dat er in beginsel geen ruimte is voor nieuw beleid.
Het college heeft dat voorbehoud ook in het collegeprogramma tot uitdrukking gebracht door drie scenario’s te schetsen van “Zwaar bewolkt”, “Half-bewolkt” en “Zonnig”. Hiermee wordt ons inziens op een realistische wijze aangegeven dat er terdege rekening gehouden wordt met de moeilijke tijden waar we mee te maken hebben.
De actiepunten, die in scenario 1, te weten “Zwaar bewolkt”, terecht zijn gekomen betreffen gelukkig wel het leeuwendeel van alle zaken uit het coalitieprogramma. De actiepunten zijn achterin het collegeprogramma nog eens per scenario opgesomd. Scenario 1 omvat ruim 5 pagina’s. Daarentegen bevat zowel scenario 2 als scenario 3 elk slechts 2 pagina’s.
Een significant uitgangspunt bij het collegeprogramma is het ontzien van de zwakkeren. De SGP is van mening dat we de burgers weer meer dan ooit de gelegenheid moeten geven hun verantwoordelijkheid te dragen. Niet alles kan de overheid oplossen en ook lang niet in alles hoeft de overheid voor burgers te zorgen. Maar daar waar door omstandigheden de burger niet of niet meer voor zich zelf kan zorgen, dient de overheid wel die mogelijkheden aan burgers te bieden, zodat ze zo volwaardig mogelijk in het leven kunnen staan. Met andere woorden de overheid dient een schild voor de zwakken te zijn.
Zoals al gezegd, het college heeft alle actiepunten in een bepaald scenario gezet. Het heeft ons toch wel enige verbazing gegeven dat het opstellen van een gemeentelijke toekomstvisie 2030 in scenario 3 en daarmee ook op de lange termijn terecht is gekomen.
Dat betekent dus feitelijk dat het ontwikkelen van een visie hierop niet eerder opgepakt wordt dan in het laatste jaar van de raadsperiode waar we nog maar net aan begonnen zijn. Dat kan haast niet waar zijn. Dat vraagt op z’n minst om uitleg van de kant van het college. De SGP ziet juist grote noodzaak, juist in deze tijd, om snel een discussie te voeren over waar we de gemeente willen zien staan in de toekomst. En al is dat dan misschien niet tot het jaar 2030, wat inderdaad best ver weg is en lastig, maar dan toch zeker wel op korte termijn een visie welke kant je de gemeente het komende decennium op wil zien gaan en waar ook een discussie over wat je als kerntaken ziet, gevoerd moet worden. Als je die visie namelijk niet hebt, loop je het risico ad hoc beleid te voeren, zonder te weten of je te nemen of genomen maatregelen wel verstandig zijn in het licht van de toekomst die je voor ogen hebt. Graag horen we een reactie van het college hoe ze dit ziet en waarom in scenario 3 geplaatst?
Om op bestuurlijk en managementniveau slechts 1 x per 2 jaar overleg te voeren, zoals actiepunt 3.2.3 aangeeft is ons inziens wel heel erg minimaal. Dat betekent in een hele raadsperiode dus 2 x overleg in A&V-verband en met de gemeente Sliedrecht. Dat kunnen we niet helemaal rijmen met de noodzaak tot meer samenwerking.
T.a.v. de toekomstmogelijkheden van de gemeentelijke haven dachten wij al veel eerder discussie te voeren dan pas op lange termijn in 2014, zoals actiepunt 5.3.1 doet vermoeden.
Er ligt toch al een rapport c.q. een business case? Graag uitleg.
Het plaatsen in scenario 1 van een duurzame oplossing voor de Regenboogschool achten wij geheel logisch. Onduidelijk is echter waarom de gymzaal voor Boven-H’veld in scenario 2 is geplaatst. Is het college niet van mening dat de school en de gymzaal een prioriteit hadden om gelijktijdig aan te pakken en op te lossen? Is dit vanuit kostenaspect zelfs niet verstandiger?
We zijn wel heel gelukkig met het feit dat het formeren van een multidisciplinair gemeentelijk onderhoudsteam per wijk op korte termijn in scenario 1 is terecht gekomen. Daarin zien we namelijk een meerwaarde voor de uitvoerders, maar niet minder voor de burgers. Het vergroot hun betrokkenheid en de uitvoering komt ons inziens daardoor ook dichter bij de burger te staan en dat juichen wij toe.
Meneer de voorzitter, de SGP-fractie heeft in zijn algemeenheid waardering voor het collegeprogramma, maar hier en daar toch wat kritische opmerkingen en verwacht enige opheldering van het college bij de door ons gemaakte opmerkingen en gestelde vragen.
Ik dank u wel!
Jan de Vos, fractievoorzitter SGP