13 maart 2014

HET VERKIEZINGSPROGRAMMA TOEGELICHT (11).

Bij wat je wilt en doet, is geld een onmisbaar goed.

De SGP heeft de afgelopen jaren de portefeuille financiën mogen beheren. En dat is een mooie klus. Alles wat je doet kost geld. En daarom kijk je als wethouder financiën over de schouder van ieder collegelid mee wat hij doet. Dat collegelid is financieel verantwoordelijk voor zijn eigen portefeuilles. Maar als wethouder financiën bewaak je de samenhang van het geheel. Wat kan wel en wat kan niet? Hebben we genoeg geld? En zo niet, wat gaan we lenen? En, hoe betalen we dat bedrag weer terug? Het zijn vragen die te maken hebben met financieel beleid. In theorie is het natuurlijk gemakkelijk: niet meer uitgeven dan er binnen komt en niet meer uitgeven dan nodig is. De praktijk is echter weerbarstig!

Wat was en is de praktijk?
Crisis! Mensen herkennen dat. Mensen voelen dat. Net zoals de gemeente. De gemeente krijgt minder geld van het Rijk. Er zijn ook minder inkomsten uit bouwgronden. Om een indruk te geven. De wijk De Blauwe Zoom zou volgens het oorspronkelijke plan in 2015 zijn volgebouwd. We gaan nu uit van het jaar 2028! We dachten er oorspronkelijk miljoenen euro’s aan over te houden. Dat bedrag is verdampt! En aan de uitgavenkant lag er een fors investeringsprogramma. Voor zaken die hard nodig waren. Het wegwerken van forse achterstanden op het gebied van wegen, watergangen en openbare verlichting. Op het gebied van speelplaatsen. Een gemeentewerkplaats die afgekeurd was. Een brandweerpost in Boven-Hardinxveld die niet meer voldeed aan de eisen. Een Koningin Wilhelminaschool die aan nieuwbouw toe was. Het is maar een greep. Kortom, minder inkomsten en forse uitgaven. En toch is er ontzettend veel tot stand gebracht. Hoe is dat gedaan?

Voor het financiële beleid zijn een aantal hoofdlijnen toegepast:

  1. Er is ingezet op een bouwprogramma dat leidt tot groei van de bevolkingsomvang. Er is ondanks de slechte woningmarkt toch gebouwd. Voorbeelden zijn het Centrumplan met boven de winkels woningen en de woonwijk Wilgenzoom. Dat heeft geleid tot de gewenste bevolkingsgroei. Groei betekent meer geld van het Rijk. Op die manier hebben we kortingen op de uitkering deels op kunnen vangen.
  2. Er is gewerkt aan een goede uitgangspositie voor het moment dat de woningmarkt aantrekt. De wijk Morgenslag in Boven-Hardinxveld is opgestart en bijna gereed om te gaan bebouwen. Voor de ontwikkeling van De Blauwe Zoom is een gezamenlijke onderneming opgericht met een marktpartij. Zo bundelen we kennis en kracht. Ook hier staan we in de startblokken om te gaan bouwen. Voor zowel Morgenslag als de Blauwe Zoom is goede belangstelling bij kopers.
  3. Er is een strakke begrotingsdiscipline gehanteerd en er is gestuurd op financiële parameters. Dat heeft geresulteerd in jaarlijkse positieve rekeningresultaten.
  4. Er is ten aanzien van nieuw beleid grote terughoudendheid betracht. In tijden van financiële krapte moet je drie keer nadenken of je je taken wilt uitbreiden.
  5. Er is tijdig een flink pakket bezuinigingsmaatregelen in gang gezet met nadruk op de eigen bedrijfsvoering. Veel daarvan is al gerealiseerd. Enkele maatregelen moeten nog tot uitvoering worden gebracht.
  6. Er is zo vroeg mogelijk geanticipeerd op ontwikkelingen die op ons af kwamen. Zo is uit rekeningoverschotten tijdig gereserveerd om bijvoorbeeld kosten van ombuigingen te financieren.
  7. Er is een financieringsvisie ontwikkeld die de schuldontwikkeling aan regels bindt en op termijn streeft naar minimaal een neutrale kasstroom en waarbij extra inkomsten worden ingezet voor schuldaflossing.
  8. Er is terughoudend omgegaan met de woonlasten (Onroerende Zaak Belasting, Afvalstoffenheffing en Rioolheffing) van onze inwoners. Die wilden we met niet meer dan het inflatiepercentage laten stijgen. Door bezuinigingen te realiseren zijn we daarin geslaagd. Voor een eigenaar van een woning met een gemiddelde woningwaarde hebben we de doelstelling ruimschoots gehaald. Een woninghuurder betaalt zelfs minder dan in 2010.

Waar staan we nu financieel?
We hebben een begroting die meerjarig (gemiddeld) sluitend is. Dat is een uitgangspositie die gunstiger is dan van veel andere gemeenten. Dat betekent niet dat er geen zorgen zijn. Vooral de taken die het Rijk naar ons toeschuift op het gebied van jeugdzorg e.d. bezorgen ons hoofdbrekens. De taken komen naar de gemeente toe maar op het geld dat daarbij hoort past het Rijk een grote korting toe. Voorts vormen onze grondexploitaties nog een risico. Moeten we afboeken? Trekt de markt echt aan? Gaan we onze doelstellingen, die we nu erg voorzichtig en integraal opnieuw aan het doorrekenen zijn, halen? Wat gaat de rente doen? Die is nu historisch laag. Aan de andere kant, er zijn gelukkig ook kansen om te benutten

Onze vaste schuld wordt nogal eens als zorgpunt benoemd. Hoe zit dat nu precies?
Die schuld is hoog. Ongeveer 40 miljoen euro. Ter vergelijking, in 2006 bedroeg die schuld 30 miljoen euro. Met de aangegane leningen financieren we de bouwgronden, de riolering en de overige investeringen (de exploitatie gerelateerde investeringen). Ons eigen vermogen bedraagt 16 miljoen euro. Ook weer even ter vergelijking, in 2006 was dat 10 miljoen euro.
Onze vaste schuld is dus gegroeid met 10 miljoen euro terwijl ons eigen vermogen ook is gegroeid. Met 6 miljoen euro. De verhouding tussen eigen vermogen en vreemd vermogen is daarmee wel verslechterd en vormt een aandachtspunt dat overigens in de financieringsvisie is benoemd.

De groei van de schuld komt vrijwel volledig voor rekening van de bouwgronden en in mindere mate voor rekening van de riolering. De schuld op die onderdelen is in principe gedekt. Voor zover de bouwgrondexploitaties sluitend zijn, kan de schuld afbetaald worden door opbrengsten uit verkopen. De schuld op investeringen in de riolering is gedekt door de rioolheffing.  

Dan blijft over de schuld op de exploitatie gerelateerde investeringen. Daarbij moet u denken aan investeringen in wegen, automatisering, sporthal, scholen e.d. Die schuld is ten opzichte van 2006 niet gestegen en bedraagt onveranderd 16 miljoen euro.  Dat is een belangrijk gegeven. Alle exploitatie gerelateerde investeringen zijn dus betaald uit de lopende kasstroom!

Hoe ziet de SGP de toekomst?

De SGP vindt dat een voorzichtig en uitgebalanceerd financieel beleid ook de komende jaren hard nodig is. Er zal veel zelfbeheersing nodig zijn en weinig ruimte voor uitbreidingsinvesteringen. Wat de SGP betreft staat schuldsanering voorop. Dan snijdt het mes naar twee kanten. Enerzijds neemt de gevoeligheid voor rentestijging af. Anderzijds ontstaat er ruimte in de begroting door een lagere rentelast.

De SGP wil haar gevoerde financiële beleid krachtig voortzetten. In ons verkiezingsprogramma leest u daar meer over.
Uw stem en uw steun zijn daarbij onmisbaar. Ons stemadvies? Stem lijst 3, SGP!

Theo Boerman, nr. 5 op de kandidatenlijst en huidig (beoogd) wethouder