11 september 2013

Kroonbedebijeenkomst 'Koninklijk regeren'.

Op 10 september 2013 sprak SGP- raadslid Arjan Meerkerk op de plaatselijke kroonbedebijeenkomst. Het thema was ditmaal 'Koninklijk regeren'.

Onderstaand de toespraak van Arjan Meerkerk:

“Koninklijk regeren!”

Ik denk dat we er allemaal getuige van waren: 30 april de abdicatie van koningin Beatrix en de beëdiging van koning Willem Alexander. Een dag vol ceremoniën. Zoals het tekenen van de abdicatie, de prachtige hermelijnen mantel en de symbolen van het koningsschap. Maar ook een dag waarop een rijke inhoudelijke traditie weerklonk. Ik denk aan het afleggen van de eed “Zo waarlijk helpe mij God almachtig” en het zingen van het eerste en zesde couplet van het Wilhelmus. “Mijn schild ende betrouwen, zijt Gij, O God, mijn Heer. Op U zo wil ik bouwen, verlaat mij nimmermeer!’. Wat een diepe betekenis ligt daarin!

Deze kroonbede staat in het teken van het thema “Koninklijk regeren”. Het thema heeft iets van verhevenheid in zich. Het gaat namelijk niet over gewoon regeren! Het gaat hier over koninklijk regeren! Het gaat om een manier van regering die kenmerkend is voor een koning. Ik wil met u wat elementen verkennen die te maken hebben met ‘koninklijk regeren’.

Laat ik beginnen met iets wat volgens mij niet te maken heeft met ‘koninklijk regeren’. Wellicht kent u het gezegde: ‘Macht corrumpeert’. Het is een heel oud gezegde wat betekent dat macht ervoor zorgt dat mensen bedorven worden. Vaak wordt dit aangehaald als het gaat over een regeringsvorm waarbij een koning aan de macht is. In de tijd voor de verlichting (periode voorafgaand aan de Franse revolutie) gingen de ogen van veel mensen ervoor open dat macht inderdaad corrumpeerde. Onder leiding van onder anderen Montesqui werd geprobeerd de macht van koning Lodewijk XIV te breken. Er was een scheiding der machten nodig. Wanneer u zich verdiept in de verhalen uit die tijd dan kunt u zich daar ook alles bij voorstellen. Lodewijk XIV liet zijn onderdanen ’s nachts met stokken in de sloot liet slaan om het kwaken van kikkers tegen te gaan. Anders kon de koning niet goed slapen… Die mensen moesten de dag erna weer op het land werken om tijdig en volledig belasting af te kunnen dragen. Dat is duidelijk niet wat ik versta onder ‘koninklijke regeren’. De oude Atheense Grieken wisten overigens  ook heel goed dat macht mensen kan bederven. Daarom stelden zij het ‘ostracisme’ of ‘schervengericht’ in. Daarbij schreef iedere Atheense burgers de naam van een tiran op een scherf. Wanneer iemands naam door de meerderheid werd genoemd dan werd die persoon voor de rest van zijn leven verbannen. Een bestuurder werd zo door sociale controle van de gemeenschap in toom gehouden.

Wat is ‘koninklijk regeren’ dan wel? Ik wil u drie elementen noemen die er volgens mij mee te maken hebben. In de eerste plaats is het zo dat koning Willem Alexander regeert bij de gratie van God. Onlangs las ik een serie vragen die eind juni door een Tweede Kamerlid zijn gesteld aan minister-president Rutte. De geachte afgevaardigde wilde weten of het klopt dat onze nieuwe koning Willem Alexander wetten ondertekent met: “Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, enz. enz.”. De afgevaardigde wilde ook weten of dat wel volgens de grondwet is. Vervolgens wilde de volksvertegenwoordiger weten of het juridisch mogelijk is om de zin ‘bij de gratie Gods’ te vervangen door ‘bij de gratie van het volk’. En tot slot vroeg afgevaardigde of de minister-president daar op korte termijn werk van te maken. Ondertussen is de wettelijke invloed van ons staatshoofd ingeperkt. De gratie die de koning van het volk krijgt lijkt minder te worden. Wat zeker is dat de gratie van God hetzelfde blijft.

In Romeinen 13:1 staat: “Alle ziel zij de machten over haar gesteld, onderworpen; want er is geen macht dan van God, en de machten die er zijn, die zijn van God geordineerd.” Koningen, bestuurders en volksvertegenwoordigers ontlenen dus hun gezag aan God. Ook een democratisch gekozen lokale volksvertegenwoordiging, of zij dat nu het wel of niet aanvaardt. Dat geeft een zware verantwoordelijkheid voor overheidsdienaren. Een verantwoordelijkheid om het goede te zoeken voor het volk, als dienares van God. Het betekent bijvoorbeeld het straffen van hen die kwaad doen. Het doel is dat onze inwoners een gerust en stil leven mogen leiden in alle godzaligheid en eerbaarheid (1 Tim. 2:2). Heel concreet betekent dit dat we lokaal dienen toe te zien op het thema veiligheid. Ik denk hierbij aan bijvoorbeeld thema’s als bestrijding van criminaliteit en verkeersveiligheid.

Het tweede element van ‘Koninklijk regeren’ wat ik wil noemen is dat de focus op lange termijn wordt gelegd. Een koning heeft daar ook voldoende tijd voor. Ik kan ook zeggen dat deze regeringsvorm wars is van de waan van de dag. Heeft de monarchie in Nederland geen stabiliserende werking? Koningin Beatrix was als staatshoofd in de achterliggende decennia het toonbeeld van stabiliteit tussen wisselende kamers, kabinetten en ministers-presidenten. Wat kunnen hedendaagse democratische politici gericht zijn op korte termijn successen! Als de peilingen ongunstig zijn, wordt de koers soms 180 graden verlegd. Niet vreemd dat de hoeveelheid zwevende kiezers gigantisch is gestegen. ‘Koninklijk regereren’ is daarom volgens mij een pleidooi voor een gedegen bestuur. De horizon is dan niet gericht op de partijsuccessen voor de eerstvolgende verkiezingsdatum, maar op een leefbare en vitale gemeenschap op lange termijn.

Een derde element wat volgens mij te maken heeft met ‘Koninklijk regeren” is het staan in een oude traditie. In een monarchie is vaak sprake van erfopvolging. Denk aan het oude Egypte en Israel waarin farao’s en koningen gedurende lange tijd via erfopvolging aan de macht kwamen. Deze koningen regeren vanuit een traditie. Ook onze koning Willem Alexander staat in een traditie. Het Oranjehuis is nauw verbonden met de ontstaansgeschiedenis van ons land. Wij hebben lokaal geen erfopvolging. Zowel de burgemeester, wethouders, raadsleden als de ambtenaren hebben geen aanspraak op een functie vanwege hun familierelaties. Toch denk ik dat we ons nooit buiten de tradities kunnen plaatsen, en dat moet je ook niet willen. Zelf kreeg ik tradities die aan mij overgedragen werden via ouders, grootouders en overgrootouders. Die tradities heb ik ontvangen om ze te koesteren en hen te verrijken. Juist niet om ze te laten verstoffen of vertrappen.

In onze gemeente zijn ons ook tradities nagelaten die waardevol zijn. Ik zou voorbeelden kunnen noemen op tal van terreinen. Maar ik wil we beperken tot één concreet voorbeeld. We hebben in onze gemeente een ambtsgebed waarmee we de raadsvergaderingen openen en besluiten. Hierin vragen we God aan het begin van de vergadering om Zijn zegen over al onze werkzaamheden en belijden we onze afhankelijkheid van God. Na afloop van de  vergadering danken we God voor Zijn hulp en vragen we of de besluiten mogen strekken tot de ware belangen van onze gemeente en inwoners en vragen om vergeving van onze zonden. Wat mij betreft een rijke traditie waar we zorgvuldig mee moeten omgaan.

Koninklijk regeren is niet eenvoudig, zonder gratie zelfs onmogelijk! Ook politici leven Coram Deo, vóór Gods aangezicht. Daarbij komt dat politici gewone mensen zijn, ze hebben het nodig om door God vastgehouden te worden. Zij hebben genade nodig voor hun zonden in het politieke bedrijf. Wat een zegen om werkelijk te mogen regeren bij de gratie van God. In afhankelijkheid van de Koning der koningen!