23 maart 2012

Overwegingen SGP t.a.v. overschrijding krediet inrichting raad- en trouwzaal.

Maandagavond 12 maart ontving de gemeenteraad het onthutsende rapport van Deloitte van de feitelijke bevindingen inzake krediet herinrichting trouw- en raadzaal. Een stijgende verbazing maakte zich van ons meester toen de inhoud van dit rapport aan het licht bracht dat er een zeer, zeer forse overschrijding had plaatsgevonden van het krediet waartoe een meerderheid in deze raad destijds had besloten.

Onderstaand de overwegingen van de SGP t.a.v. “Verantwoording inrichting raad- en trouwzaal”. In "Het Debat" van de gemeenteraad op 22 maart 2012 is hiervan een verkorte bijdrage gehouden.

Maandagavond 12 maart ontving de gemeenteraad het onthutsende rapport van Deloitte van de feitelijke bevindingen inzake krediet herinrichting trouw- en raadzaal.
Een stijgende verbazing maakte zich van ons meester toen de inhoud van dit rapport aan het licht bracht dat er een zeer, zeer forse overschrijding had plaatsgevonden van het krediet waartoe een meerderheid in deze raad destijds had besloten.

Reeds op de 1e bladzijde van het rapport stelt Deloitte dat het de bedoeling is zelf een oordeel te vormen over de werkzaamheden en over de in het rapport weergegeven bevindingen en dat we op basis daarvan ons eigen conclusie moeten trekken. Een dergelijke formulering houdt in dat er over een aantal zaken geen uitspraken worden gedaan, wie nu waar hebben gefaald in dit dossier. Het wordt dan ook aangeduid als een rapport met louter feitelijke bevindingen.

Ik beperk me op dit moment ook tot het memoreren van een aantal belangrijke feitelijkheden.
In het voorjaar van 2010 geeft een grote meerderheid van de raad aan, zich wat betreft de herinrichting raad- en trouwzaal te willen beperken tot het hoogst noodzakelijke, gezien de onzekere economische situatie. Dat was het eerste duidelijke politieke signaal dat de raad afgaf. Niet meer dan het hoogst noodzakelijke!

In de 2e helft van 2010 is dit geconcretiseerd d.m.v. een zgn. “commissie herinrichting raad- en trouwzaal”, dat uiteindelijk uitkwam op een krediet van niet meer dan
€ 100.000,-, wat in febr. 2011 in een raadsbesluit is vastgelegd en door een meerderheid aangenomen. Ook hiermee was overduidelijk dat het niet meer zou mogen kosten dan
€ 100.000,-, zij het dat toegestaan werd dat het schilderwerk uit het reguliere onderhoudsbudget van het gemeentehuis bekostigd zou mogen worden. Verder is in het raadsbesluit precies aangegeven welke onderdelen uitgevoerd konden worden. Hiermee was het tweede duidelijke politieke signaal, waar op gelet moest worden, nadrukkelijk gegeven!

In het rapport wordt vervolgens feitelijk geconstateerd dat er weliswaar in betreffende commissie wel gesproken is over bijv. verlichting, kunstwerk en omtimmering radiatoren, maar dat niet vastgelegd is of en welke conclusies zijn getrokken, dan wel besluiten zijn genomen. Daar ik deel heb uitgemaakt van deze commissie wil ik hierop het volgende uitdrukkelijk verklaren, dat inderdaad dergelijke zaken wel terloops, en nog niet eens plenair, door die of gene werden opgeworpen, maar dat nooit op de man af gevraagd is of we daar ook mee in konden stemmen, laat staan dat er ook maar iemand iets gevraagd of gezegd heeft welke kosten hiermee dan gepaard zouden gaan en of we daarmee dan wel binnen het krediet van € 100.000,- zouden blijven. Het krediet stond immers vast en daarover geen discussie meer!!

Daar komt bij dat het uiteraard nooit zou hebben kunnen bestaan dat een commissie daarvoor toestemming zou geven, want dan had dat tenminste in een nader raadsbesluit vastgelegd moeten worden en ik ben er van overtuigd dat de raad de limiet van € 100.000,- beslist had aangehouden, gezien het feit dat het toch al politiek gevoelig lag. Elke verantwoordelijke bestuurder kon en moest dit op zijn klompen aanvoelen.

Je schrikt je dan ook helemaal naar als je in het rapport ziet dat er uiteindelijk door overschrijdingen en aanvullend uitgevoerde werkzaamheden, waarvoor nooit toestemming is gegeven, de werkelijke besteding op € 230.000,- is uitgekomen. Notabene is er voor zo’n € 100.000,- geput uit de post “Voorziening onderhoud,” die hiervoor zelfs niet eens voldoende was. Hier is dus ook nog eens ingegrepen in de portefeuille van een ander collegelid. We lezen nergens dat daarvoor toestemming is gevraagd of gegeven. Een viertal werkzaamheden zijn trouwens helemaal niet in de commissie aan de orde geweest, maar wel uitgevoerd.

Het lust ons niet om op allerlei details in te gaan, die geleid hebben tot de onaanvaardbare forse overschrijding. Dan wordt het bovendien een heel technisch verhaal. Bovendien is het ook niet terug te draaien. We zouden ons nog met een ding kunnen troosten en dat is dat de raad- en trouwzaal er weer keurig uitziet, maar dat is dan wel ten koste gegaan van het gemeenschapsgeld waar wij op een verantwoorde wijze mee om moeten gaan. In deze kwestie moeten we helaas constateren dat dat beslist niet op een verantwoorde wijze is gebeurd.

De grote vraag die nu voor ligt is: Hoe heeft het toch zover kunnen komen?
Deloitte komt tot de conclusie dat belevingen en visies over de onderhavige kwestie niet met documenten kunnen worden gestaafd. De SGP is echter van mening dat het antwoord op deze vraag voornamelijk in een bepaalde zinsnede in het persbericht van de gemeente over deze kwestie is te lezen, nl. (ik citeer): “De portefeuillehouder, in casu de burgemeester, geeft aan dat zij te veel gefixeerd is geweest op een mooi eindresultaat en daardoor heeft zij onvoldoende oog gehad voor de volle omvang van de politieke lading van het geheel, hetgeen zij in hoge mate betreurt”.

Voor het college was dit aanleiding voor het uitvoeren van een onafhankelijk feitenonderzoek, waaraan wij dus het rapport van Deloitte hebben te danken met de desastreuze uitkomst. De SGP is zeer beslist van mening dat hier sprake is van een ernstige kwestie. Het college spreekt zelf ook van een ernstig incident. Uiteraard doet het ons goed te lezen dat het college zich tot het uiterste zal inzetten om een herhaling van dergelijke feiten te voorkomen. Wij achten het ook juist dat de verantwoordelijke portefeuillehouder de portefeuilles Personeel & Organisatie en Facilitaire Zaken overdraagt aan een ander collegelid. Daaruit blijkt in ieder geval dat de portefeuillehoudster haar verantwoordelijkheid wenst te dragen.

We hebben vorige week in een persbericht aangegeven, dat ons eindoordeel mede zal afhangen van de wijze van verantwoording van de portefeuillehouder in Het Debat van donderdagavond 22 maart 2012.

Jan de Vos, fractievoorzitter SGP

 

Bij de Verantwoording inrichting raad- en trouwzaal zijn er drie moties ingediend, als volgt van behandeling:

  1. Motie van wantrouwen tegen het college van burgemeester & wethouders, ingediend door de T@B, is verworpen. De coalitie CU-SGP-PvdA-CDA (11) stemde tegen en de T@B (4) en de VVD (1) stemden voor.

  2. Motie van het CDA, waarin wordt uitgesproken “dat de raad voornemens is te verklaren dat sprake is van een verstoorde verhouding  tussen de burgemeester en de raad en ingevolge art. 61b, lid 3 van de Gemeentewet in overleg te treden met de Commissaris van de Koningin om te overleggen over dit voornemen” is  gesteund door de T@B (4) en het CDA (2). De ChristenUnie (4), SGP (3), PvdA (2) en de VVD (1) stemden hier tegen. Motie is dus verworpen.

  3. Motie van afkeuring, ingediend door PvdA (2), SGP (3) en ChristenUnie (4) is aangenomen. De indieners van deze motie, alsmede het CDA (2), stemden voor deze motie en de T@B (4) en de VVD (1) stemden tegen. Het besluit van deze motie luidt: “Zowel de overschrijding van het door de gemeenteraad gestelde budget herinrichting trouw- en raadzaal als de werkwijze en handelwijze van de verantwoordelijk portefeuillehouder, de burgemeester, af te keuren.


Klik hier voor de motie van afkeuring.

Meer info over dit onderwerp met het rapport van Deloitte op de site van de gemeente Hardinxveld-Giessendam en dan bij de agenda voor de vergadering van 22 maart 2012. De stukken kunt u vinden bij agendapunt 12. Klik hier om naar deze agenda te gaan.