30 september 2016
Reserve voor kosten toetreding Drechtsteden
Het college treft de nodige voorbereidingen om de toetreding van Hardinxveld-Giessendam tot de Drechtsteden te realiseren. De realisatie van de toetreding tot Drechtsteden vraagt om te kunnen beschikken over financiële middelen die direct ingezet kunnen worden wanneer nodig. Het college kan dan snel op ontwikkelingen inspelen. Achteraf legt het college verantwoording af aan de raad.
Op donderdagavond 29 september 2016 heeft de gemeenteraad uitvoering gediscussieerd over het collegevoorstel om vanuit de Algemene Reserve een afzonderlijke reserve in te stellen voor het dekken van de kosten voor het toetreden van de gemeente tot de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden en het netwerk Drechtsteden. Het voorstel gaat over een bedrag van € 2,9 miljoen, overeenkomstig het maximum van de gestelde bandbreedte, zoals reeds was becijferd toen de gemeenteraad op 9 juli 2015 het belangrijke besluit nam om toe te treden tot de Drechtsteden. In dit bedrag zitten alle onderdelen van de eenmalige toetredingskosten tot Drechtsteden. Het gaat dan m.n. om de personele consequenties (regelingen voor boventallig personeel), kosten van de uitvoering van een sociaal plan, begeleiding trajecten e.d. Maar ook de uittredingskosten van het uittreden uit de gemeenschappelijke regeling Avres (Werk-Leerbedrijf A&V) en de gemeenschappelijke regeling Alblasserwaard & Vijfheerenlanden zijn hierin geraamd.
Een belangrijke kostenpost zijn de invlechtingskosten (transitiekosten) van toetreding tot de Drechtsteden. Deze zouden voor de gemeente € 1,9 miljoen bedragen. Echter Drechtsteden draagt daaraan een zeer substantieel bij. Hieronder leest u dat als onderhandelingsresultaat de gemeente uiteindelijk nog een bedrag van € 500.000,- aan transitiekosten moet voldoen.
Uit een Memo van het college aan de raad van 24 mei citeren wij het volgende:
“In het ambtelijk en bestuurlijk overleg HG-Drechtsteden is uitvoerig gesproken over diverse scenario’s voor het omgaan met de invlechtingskosten. Dit heeft geresulteerd in de afspraak dat Drechtsteden een eigen bijdrage levert van € 700.000. Tevens is overeengekomen dat zij een bedrag van nog eens € 700.000 uit haar vermogen bijdraagt. Op basis van ervaringsgegeven is het de verwachting dat er positieve resultaten worden behaald op de jaarrekening van de Drechtsteden. Hardinxveld-Giessendam verwacht dat in de vijf jaren na toetreding (2018 t/m 2022) een voordeel zal ontstaanvan een bedrag van € 700.000,-. De gemeente zal afzien van het incasseren van dit voordeel om het vermogen van Drechtsteden aan te zuiveren in een periode van 5 jaar na toetreding. Het resterende bedrag van € 500.000 zal de gemeente Hardinxveld-Giessendam voldoen middels een eenmalige bijdrage. Deze eenmalige bijdrage wordt opgenomen onder de transitiekosten”.
Klik hier voor de bijdrage van de SGP inzake het voorstel, bij monde van woordvoerder Jan de Vos.
In het debat blijkt dat de interpretatie over de € 700.000,- geduid als niet uit de balans blijkende verplichting) tot een onoverbrugbare kloof zal leiden met als resultaat dat de oppositiefracties tegen het raadsvoorstel tot het vormen van een reserve zullen stemmen. Ook vindt de oppositie dat de raming van de cijfers uit de Memo van 24 mei niet meer actueel kunnen worden beschouwd. Wethouder Boerman (SGP) stelt tenslotte voor om de inhoud van de reserve voor het dekken van de kosten voor het toetreden van de gemeente Hardinxveld-Giessendam tot Drechtsteden voorlopig vast te stellen op een bedrag van 1 miljoen euro en dat na actualisatie van de kostenraming het college met een nieuw voorstel komt. Daarbij stelt de wethouder wel als uitdrukkelijke voorwaarde dat de discussie met verschillende interpretaties over de € 700.000,- niet meer gevoerd zal worden. De gemeenteraad besluit hierover tot een zgn. herenakkoord. Een amendement is het gevolg.
Klik hier voor het amendement (raadsbreed) inzake het “Instellen reserve voor kosten toetreding Hardinxveld-Giessendam tot Drechtsteden”