16 april 2011
SGP-fractie Tweede Kamer stelt vragen n.a.v. wetsvoorstel invoering geluidproductieplafonds.
Naar aanleiding van het gesprek met het comité "Geluidoverlast Betuweroute Nee" heeft de Tweede Kamer fractie van de SGP in reactie op het wetsvoorstel van de regering over de invoering van geluidproductieplafonds enkele vragen gesteld over het meten en berekenen van geluid enz.
Onderstaand de vragen welke door de SGP-fractie in de Tweede Kamer aan de regering zijn gesteld.
Inbreng voor verslag over de Invoeringswet geluidproductieplafonds (32 625) 6 april 2011 .
De leden van de SGP-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het voorliggende wetsvoorstel. De in te voeren geluidproductieplafonds kunnen bescherming van burgers tegen geluidsoverlast door groei van verkeer op Rijks- en spoorwegen beter borgen. Zij hebben nog wel enkele vragen.
De leden van de SGP-fractie vragen zich af waarom bij het bepalen van geluidproductie en geluidproductieplafonds een zeer sterk accent ligt op de berekende geluidproductie. De leden willen wijzen op de verschillen tussen fabrieksmetingen en de daadwerkelijke geluidproductie- of demping, de verschillen tussen theoretisch geschatte snelheden en de daadwerkelijke snelheden, de manipuleerbaarheid van rekenmodellen en de onvoorspelbaarheid van de mate van verkeerstoename. Is het niet verstandig om verificatie en monitoring van berekende geluidproductie en geluidproductieplafonds door metingen door een onafhankelijke instantie beter te borgen en een wettelijke basis te geven?
De leden van de SGP-fractie krijgen de indruk dat de procedures tot verhoging van de geluidproductieplafonds, op verzoek van wegbeheerders, veel eenvoudiger zijn dan de procedures tot verlaging van de plafonds, op verzoek van bijvoorbeeld gemeenten of omwonenden. Is de regering bereid hier meer evenwicht in aan te brengen?
De leden van de SGP-fractie betwijfelen of het bronbeleid voldoende verankerd wordt. Hoe wordt ervoor gezorgd dat bij het bepalen van de geluidproductieplafonds het bronbeleid in de vorm van bijvoorbeeld de ‘best beschikbare technieken’ of snelheidsbeperkingen als uitgangspunt meegenomen wordt?