1 maart 2010

Stellingen in het Kompas van 2 maart 2010.

Stelling 1: een bedrijfsterrein ontwikkelen in ’t Oog is belachelijk. Hardinxveld-Giessendam heeft voldoende industrieterreinen

De tijd dat gemeenten zelfstandig konden bepalen of en waar er een bedrijventerrein zou worden aangelegd ligt ver achter ons. De aanleg van nieuwe terreinen is bij uitstek een zaak geworden van overleg tussen gemeenten. Daarbij moeten de kaders die gesteld zijn door de rijksoverheid en de provincie in acht worden genomen. Er zijn in de regio nog maar weinig plaatsen waar ruimte is voor  de aanleg van bedrijventerrein van enige omvang. Het gebied tussen de spoorlijnen, genaamd ’t Oog, biedt die ruimte wel. Als zodanig heeft het een functie voor de regio. In de door de regio vastgestelde bedrijventerreinen strategie is ’t Oog dan ook aangewezen als een mogelijke locatie voor de aanleg van een bedrijventerrein. Door deze locatie aan te wijzen verminderen we de druk op het echte Groene Hart en kunnen we het bedrijfsleven bedienen indien de vraag er is. Uiteraard moet de inpassing in het gebied zorgvuldig gebeuren. De SGP zal de vraag, als deze zich aandient, positief kritisch benaderen.

 

Stelling 2: geen probleem om windmolens in het Groene venster te plaatsen

Energieopwekking door middel van windkracht is een vorm van duurzame energie. Het sluit aan bij onze visie op het zorgvuldig onderhouden van de schepping. Bij een grootschalig project als dit is het echter wel van belang om de locatie heel zorgvuldig te kiezen. De voorgestelde locatie is een zogenaamd groen venster van het Groene Hart. Je moet je wel heel goed bedenken voordat je het venster afsluit met tralies (de molens). De SGP vindt dat je ook de impact op de leefomgeving mee moet laten wegen bij een beslissing. Dus de druk die er al is op het gebied door andere omgevingsfactoren. De beide spoorlijnen, de rijksweg A15, het benzinestation en de halte voor de MLL. De heersende mening is dat als plaatsen van windmolens technisch mogelijk is en ruimtelijk mogelijk kan worden gemaakt gemeenten medewerking zouden moeten verlenen. De SGP heeft bij de provincie aandacht gevraagd voor een derde aspect, namelijk de weging van omgevingsfactoren. Alles afwegend vinden wij de locatie ongeschikt.

 

Stelling 3: de gemeente moet meer wijkcentra realiseren, zoals in de Peulenhof

Steeds meer ouderen wonen tot op hoge leeftijd zelfstandig. Dat kan tot gevolg hebben dat er gebrek aan contact ontstaat en daarmee vereenzaming. Wijkcentra kunnen, als onderdeel van een woonzorgcomplex, bijdragen aan het voorkomen van isolement en aan het vergroten van de sociale samenhang in de gemeente. De voorziening in het prachtige complex De Peulenhof kan daar een bijdrage aan leveren door het bieden van een plaats voor ontmoeting, ontspanning of educatie. Of er meer wijkcentra moeten komen hangt af van meerdere factoren. Onder andere de ontwikkeling van de bevolkingsopbouw en de wijze waarop we daaraan sturing willen geven. Een evenwichtige bevolkingsopbouw en een juist tempo van woningbouw met de juiste woningtypen en -klassen zijn van groot belang voor de leefbaarheid en het in stand houden van noodzakelijke voorzieningen. Wijkcentra kunnen daarvan deel uitmaken. De SGP streeft naar een goede samenwerking met de woningcorporatie tot uitbreiding waar dat wenselijk en mogelijk is.

 

Stelling 4: de gemeente moet meer oog hebben voor starters en meer stimuleringsmaatregelen nemen om de woonmarkt nieuw leven in te blazen

Woningvoorraad en nieuwbouwplannen moeten voldoende diversiteit hebben om aan de woonwensen en financiële mogelijkheden van woningzoekenden te kunnen voldoen. Voor jongeren, over het algemeen de starters op de woningmarkt, wordt en gaat er weer gebouwd worden. Dat is belangrijk om jongeren aan ons dorp te binden. Een voorbeeld van starterwoningen is de nieuwe fase in het plan Wilgenzoom. In Tienmorgen Noord dienen ook starterwoningen te komen. De gemeente is heel actief en succesvol geweest in het binnenhalen van rijkssubsidie om woningbouwprojecten voortgang te laten vinden. Kopers kunnen nog steeds een beroep doen op koopsubsidie. Niettemin is het voor veel starters moeilijk om een nieuwe of bestaande woning te betalen. In deze bijzondere situatie kan een vorm van stimulering door de gemeente het duwtje zijn dat nodig is. De SGP ziet met belangstelling uit naar de uitkomsten van een onderzoek naar verschillende instrumenten die daarvoor ingezet kunnen worden.

  

Stelling 5: Hardinxveld-Giessendam moet zelfstandig blijven

De inleiding van ons verkiezingsprogramma eindigt met de slogan: Hardinxveld-Giessendam…..een dijk van een gemeente. Dit impliceert dat wij vinden dat wij een zelfstandige gemeente moeten blijven. Zelfstandigheid is een groot goed. Een bestuur dat dicht bij de burger staat. Daarmee is niet gezegd dat we alles zelf moeten doen. Dat doen we ook niet. In regionaal verband wordt op vele terreinen succesvol samengewerkt. We hebben taken op afstand gezet. De afdeling belastingen is uitgeplaatst. Het openbaar onderwijs is verzelfstandigd. De afvalinzameling van de regiogemeenten wordt samengevoegd. Veel zaken zijn te complex om op de schaal van een gemeente te organiseren. Soms ben je er als gemeente ook gewoon te klein voor. De SGP kijkt daarbij verder dan alleen de eigen regio. Wij willen de samenwerking zoeken die past bij de problematiek van het onderwerp. De identiteit van de partner speelt daarbij ook een rol. Het doel is om onze taken voor u effectiever, efficiënter en goedkoper uit te voeren.

 

Stelling 6: Hardinxveld-Giessendam heeft onvoldoende ontspannings-mogelijkheden voor jongeren

Ontspanningsmogelijkheden voor jongeren zijn belangrijk. Sport kan een positieve bijdrage leveren aan vorming en ontwikkeling, aan volksgezondheid en sociale verbanden. Maar ook andere vormen van ontspanning zijn daarvoor belangrijk. Er is een ruim aanbod van ontspanningsmogelijkheden als we kijken naar de schaal van onze gemeente. Er is een sportaccommodatie gebouwd in Blauwe Zoom voor bewegingsonderwijs van scholen. Met aanvaardbare meerkosten is deze aangepast om sportverengingen meer ruimte te bieden. Het speelruimteplan is in een afrondende fase. In samenspraak met de inwoners zal een vernieuwingsslag plaats vinden. Trapveldjes verdienen meer aandacht. Speeltuin ’t Weitje is een voorbeeld van burgerinitiatief. Idem het realiseren van een trailerhelling. In het Westpark zijn door een zelfde initiatief verbeteringen aangebracht. Het primaat ligt wat ons betreft bij kerken, verenigingen en burgerinitiatieven. De SGP wil bezien of en in welke vorm verantwoorde initiatieven kunnen worden gefaciliteerd.