19 september 2013
Uitvoering amendement regionale samenwerking A&V.
De SGP vraagt de burgemeester om uitvoering te geven aan het door de SGP ingediende en door de raad op 27 juni 2013 unaniem aanvaarde amendement t.a.v. een evaluatie van het regionale proces in de Alblasserwaard & Vijfheerenlanden.
Op 28 juni is op de SGP-website de voortgang van de regionale samenwerking A&V en het aangenomen amendement toegelicht. U kunt dit nog terug lezen. Hieronder leest u de in houd van datgene wat fractievoorzitter Jan de Vos aan de burgemeester heeft geschreven. Een voorlopige korte reactie van de burgemeester volgt daaronder. Wordt vervolgd.
Geachte burgemeester,
In Het Besluit van 27 juni 2013 is er t.a.v. agendapunt 7 , te weten “Voortgang regionale samenwerking A&V” over een door de SGP ingediend amendement gestemd, dat unaniem door de gemeenteraad is aangenomen.
Het aangenomen amendement houdt in dat als voor 1 oktober 2013 geen overeenstemming is bereikt over samenwerken op beleidsvraagstukken binnen de A&V en als de regio A&V voor 1 oktober 2013 niet met daadwerkelijke samenwerkingsvoorstellen komt de raad op basis van een
evaluatie van het regionale proces beslist welke richting zij uitgaat t.a.v. AMBTELIJKE SAMENWERKING in de A&V en/of Drechtsteden betreffende:
- Het tevens onderzoeken naar een combinatie van samenwerking in de A&V met deelname in de beleidspool van Drechtsteden;
- Het blijvend onderzoeken van het arrangement PIOFACH met Drechtsteden.
We weten uiteraard van ontwikkelingen die zich na die tijd in de A&V hebben voorgedaan, zoals het door het regiobestuur A&V instellen van een Commissie “Bestuurlijke Vormgeving AV”, die een drietal bestuurlijke modellen in kaart gaat brengen. (Dit is overigens een initiatief van het regiobestuur, waar de raden niet van te voren over zijn geconsulteerd en waarover de raden ook geen uitspraken hebben gedaan).
Pas na het aannemen van het betreffende amendement in onze raad is duidelijk geworden wat de diverse uitspraken zijn van de diverse raden.
Om maar eens te noemen de uitspraak van Molenwaard, dat luidt: “Onverlet onze focus op samenwerking in de totale regio, zien wij op kortere termijn samenwerkingsvoordelen met Giessenlanden. Een gemeente met een gelijksoortige opgave als Molenwaard, die zich ook manifesteert als groene plattelandsgemeente met een uniek karakter in Zuid-Holland. Verder zien wij samenwerking met Hardinxveld-Giessendam als mogelijkheid op korte termijn; ook deze gemeente heeft de cultuur van een plattelandsgemeente en heeft bovendien gemeenschappelijk met Molenwaard dat het watergebonden industrie kent. Hardinxveld-Giessendam kan op dit front een verbindende schakel vormen tussen Molenwaard en Drechtsteden. Naar onze mening kan met Giessenlanden en Hardinxveld-Giessendam binnen niet al te lange tijd een samenwerkingsverband groeien met een optimale omvang: groot genoeg om te profiteren van schaalvoordelen als partner in een sterke regio en klein genoeg om de lokale betrokkenheid te waarborgen. Initiatief nemen om verkenningen uit te voeren voor dergelijke samenwerkingsverbanden past bij de proactieve houding van Molenwaard. Mocht verder regionale samenwerking voor de gehele AV nog niet haalbaar blijken, dan is onze inzet in eerste instantie samenwerking met Giessenlanden en Hardinxveld-Giessendam”.
Wat doen wij met deze uitspraak van Molenwaard? Of laten wij het voor wat het is?
Dit ook vooral in het licht dat het algemeen bestuur van de Regio A&V ook heeft uitgesproken in een raadsinformatiebrief aan de gemeenteraden dat de geconstateerde ambtelijke kwetsbaarheid op korte termijn een concrete aanpak c.q. pragmatische samenwerking vereist om de
kwetsbaarheid te verminderen (zonder vooruit te lopen op de besluitvorming over de bestuurlijke toekomst van de gemeenten).
Hoe staat het met die ambtelijke samenwerking? Is de wil wel aanwezig? (bij Molenwaard zie ik hierboven een positieve houding; hoe is dat bij anderen?).
Kortom: het is m.i. van belang dat we de koers van onze gemeente, zoals die tot heden is ingezet, bezien in het licht van de huidige ontwikkelingen. Te meer daar betreffende Commissie ook langs de raden zal komen en ongetwijfeld om uitspraken zal vragen.
Ik wil u hierbij dan ook verzoeken om uitvoering te geven aan het aanvaarde amendement of wel op korte termijn een evaluatie van het regionale proces met onze gemeenteraad te plannen (al dan niet besloten).
Daarbij dienen wij m.i. tenminste onderstaande vragen onder ogen te zien:
- Hoe is de stand van onze organisatie momenteel in het licht van de reeds meerdere malen genoemde kwetsbaarheid en druk?
- Zijn er plannen tot ambtelijke samenwerking en met wie en hoe bezien wij daarin de uitspraken van de gemeente Molenwaard?
- Is er wel echt voldoende bereidheid bij elke gemeente om tot bepaalde samenwerking te komen of stagneert deze juist nu?
- Blijven we het dubbele spoor A&V/Drechtsteden nog (steeds) volgen?
- Hoe zien wij de modellen die de Commissie gaat onderzoeken?
- Is ons duidelijk wat het regiobestuur bedoelt met het onderzoek van een model van meer stedelijk en meer landelijk gebied?
- Is ons duidelijk (concreet!) wanneer sprake zou kunnen zijn van drie – gelijkwaardige – gemeenten? (Of weet alleen Gorinchem dit?)
Ongetwijfeld leven er meer en andere vragen. Ik hoor graag nader van u.
Vriendelijke groeten,
Jan de Vos
Burgemeester Blase gaf inmiddels een voorlopig antwoord, waarin hij o.a. het volgende aangaf:
Op basis van het amendement komt het college voor 1 oktober met een raadsinformatiebrief (informatienota) waarin de actuele ontwikkelingen op een rij zijn gezet, zowel wat betreft de ontwikkelingen rond de bestuurlijke commissie als rond de voortgang in de ambtelijke samenwerking. Op basis van die informatie kan de raad het gesprek voeren over het richting geven zoals in het amendement is verwoord. De inhoudelijke kant komt natuurlijk aan de orde in de aangekondigde informatienota.